Je baby is er, hoera! Alleen (echt) slapen zit er voorlopig even niet in zoals je gewend was. Nachtelijke voedingen, wiegelende wandelingen door de woonkamer en uren turen naar de babyfoon. Gebroken nachten horen erbij, maar dat maakt het niet minder pittig. Vooral in de eerste weken voel je je soms meer zombie dan mens. Toch is er goed nieuws: je lijf past zich (grotendeels) aan. Echt waar. Zorg er daarom ook voor dat je zoveel mogelijk leuke dingen hebt waar je aan kunt denken, zoals bijvoorbeeld de dag waarop de gender reveal is georganiseerd. Bekijk foto’s terug en lees wat ze allemaal in het boek hebben geschreven voor je.
Waarom slapen ineens zo ingewikkeld is
Na de bevalling daalt je progesteron, een hormoon dat je helpt in slaap te vallen. Ook je oestrogeen zakt, waardoor je minder diep slaapt. Daarnaast ben je constant alert op elk kuchje of kreuntje van je baby. En dan zijn er ook nog lichamelijke klachten die je wakker houden. Je ligt dus lichter en onrustiger te slapen, en dat voel je. Een simpele taak als een luier verschonen voelt dan ineens als een berg. Mocht je nu echt niet kunnen slapen, dan kun je altijd nog even het babyshower boek wat je cadeau hebt gekregen tijdens de babyshower doorlezen.
Wat slaapcycli met je doen
Normaal slaap je in blokken van ongeveer 90 minuten: van lichte slaap naar diepe slaap en dan droomslaap. Je lichaam herstelt zich fysiek in de diepe slaap, mentaal in de droomslaap. In de eerste helft van de nacht pak je vooral diepe slaap mee, later meer droomslaap. Word je steeds in een diepe slaapfase wakker? Dan ben je overdag extra moe en wazig. Word je juist wakker uit je droomslaap, dan kun je je prikkelbaar en emotioneel voelen.
Je lichaam past zich aan
De natuur zit slim in elkaar. Je lichaam snapt dat je slaap tekort komt en schakelt over op een soort overlevingsmodus. Heb je veel diepe slaap nodig na de bevalling? Dan zorgt je lijf dat je die voorrang krijgt. Is droomslaap belangrijker? Dan krijg je die. Zo slaap je dus efficiënter, ook al zijn het maar korte blokjes. Het helpt je om door die eerste maanden heen te komen.
Borstvoeding of flesvoeding
Geef je borstvoeding? Dan zit je slaap technisch iets gunstiger. Door het hormoon prolactine val je makkelijker weer in slaap en je slaapt sneller door. Bovendien pikt je lijf de slaapcyclus weer op waar je gebleven was. Met flesvoeding ga je terug naar het begin van je cyclus, wat je slaap iets minder efficiënt maakt. Maar: je kunt wel makkelijker de nachten verdelen met je partner. Laat die bijvoorbeeld de late voeding doen terwijl jij met oordoppen in bijtankt. Slim gebruik maken van jullie ritme maakt echt verschil.
Zorg voor een vaste slaaproutine
Hoe rommelig je dagen (en nachten) ook zijn, regelmaat helpt. Ga op een vast tijdstip naar bed, ook al voelt het vroeg. Juist in die eerste slaapcyclus zit de meeste diepe slaap, die je nu keihard nodig hebt. Gun jezelf die eerste uren rust, ook al lonkt die ene serie op Netflix. Slaap niet uit tot de middag, hoe verleidelijk ook. Uitslapen verstoort je slaapritme en zorgt ervoor dat je ’s avonds moeilijker in slaap valt.
Maak de nacht zo makkelijk mogelijk
Een beetje voorbereiding doet wonderen. Leg alvast alles klaar voor de nachtelijke voeding of verschoning. Denk aan een fles, een schone luier en doekjes. Gebruik zacht, roodachtig licht in plaats van fel wit licht, want dat maakt je meteen klaarwakker. Hoe minder prikkels, hoe sneller je weer kunt slapen.
Is een powernap een goed idee?
Voel je je overdag echt gesloopt? Een powernap kan dan net het zetje geven dat je nodig hebt. Kies het juiste moment: kort na de lunch is ideaal. Twintig minuten is genoeg om even bij te komen zonder dat je sloom wakker wordt. Ben je echt op, dan kun je ook een langere slaap van 45 of 90 minuten proberen – een complete slaapcyclus dus.